Vanaf 1 juli 2026 verandert er veel voor iedereen die met een vrachtwagen de Nederlandse wegen gebruikt. Dan gaat namelijk de vrachtwagenheffing in. Dit betekent dat vrachtwagens boven de 3,5 ton niet langer een vast bedrag betalen via het Eurovignet of een hoge motorrijtuigenbelasting, maar per gereden kilometer gaan afrekenen. In dit artikel lees je wat er precies gaat veranderen, waarom deze maatregel is ingevoerd en hoe je je hierop kunt voorbereiden.
Waarom een vrachtwagenheffing?
De overheid wil met de vrachtwagenheffing een eerlijker en duurzamer belastingsysteem invoeren. Het principe is simpel: wie meer rijdt, betaalt meer. Daarnaast komt er een duidelijk onderscheid tussen schonere en vervuilendere voertuigen. Vrachtwagens die meer uitstoten, krijgen hogere kosten per kilometer, terwijl zuinige of emissievrije voertuigen juist minder gaan betalen. Op die manier wordt investeren in een modern wagenpark aantrekkelijker.
Een belangrijk voordeel van de heffing is dat ook buitenlandse vrachtwagens gaan bijdragen aan het gebruik van ons wegennet. Tot nu toe betaalden Nederlandse transporteurs vaak meer dan buitenlandse collega’s, maar vanaf 2026 komt daar een gelijk speelveld. Verder wordt een groot deel van de opbrengsten geïnvesteerd in de sector zelf, bijvoorbeeld in subsidies voor emissievrije trucks en de aanleg van laad- en tankinfrastructuur.
Voor wie geldt de heffing?
De heffing geldt voor alle vrachtwagens met een toegestane maximummassa van meer dan 3,5 ton. Dat betekent dat zowel Nederlandse als buitenlandse voertuigen die gebruikmaken van het Nederlandse hoofdwegennet moeten betalen. De heffing wordt ingevoerd op snelwegen en op een aantal belangrijke provinciale en gemeentelijke wegen.
Niet ieder voertuig valt er automatisch onder. Hulpdiensten en speciale voertuigen, zoals vuilniswagens of kranen, worden uitgezonderd. Voor emissievrije vrachtwagens gelden bovendien aparte regels. Zo kan er een vrijstelling of korting van toepassing zijn om de overstap naar schoon transport te stimuleren.
Ontheffingen en vrijstellingen
Niet elke vrachtwagen hoeft de heffing te betalen: er zijn specifieke gevallen waarin vrijstelling of ontheffing mogelijk is. Zo geldt een vrijstelling voor volledig elektrische vrachtwagens en bestelwagens met een toegestane maximummassa tot en met 4.250 kg. Daarmee wil de overheid de overgang naar emissievrij rijden stimuleren.
Daarnaast zijn vuilniswagens, straatvegers, rioolzuigers en defensievoertuigen vrijgesteld van de heffingsregeling. Ook voertuigen zoals politie- en brandweerwagens kunnen in aanmerking komen voor een ontheffing, net als vrachtwagens van 40 jaar of ouder, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Meer hierover lees je op de website van het RDW.
Wat verandert er nog meer?
Met de invoering van de vrachtwagenheffing verdwijnen een aantal bestaande regelingen. Het Eurovignet komt te vervallen en de motorrijtuigenbelasting voor vrachtwagens gaat omlaag naar het wettelijke minimum. Dat betekent dat transporteurs straks niet dubbel belast worden. Een deel van de opbrengsten van de nieuwe heffing wordt bovendien gebruikt om het wegvallen van deze regelingen te compenseren.
Hoe werkt de inning van de vrachtwagenheffing?
De manier van betalen verandert flink. Als transporteur sluit je straks een contract met een erkende toldienstaanbieder. Deze levert een on-board unit (OBU) die in de vrachtwagen wordt ingebouwd. Deze apparatuur registreert hoeveel kilometers er worden gereden op de heffingswegen. De aanbieder stuurt vervolgens de factuur en draagt het geld af aan de overheid.
Rijd je internationaal, dan hoef je niet bang te zijn dat je met allerlei verschillende systemen te maken krijgt. De Nederlandse heffing sluit aan bij het Europese systeem, waardoor dezelfde OBU vaak in meerdere landen gebruikt kan worden, zoals Duitsland, België en Denemarken.
Wat gaat het kosten?
De hoogte van het tarief is afhankelijk van het gewicht en de uitstoot van de vrachtwagen. Schonere voertuigen betalen minder, oudere en vervuilendere trucks meer. De overheid noemt een richttarief van gemiddeld € 0,186 per kilometer (prijspeil 2025), maar het exacte bedrag verschilt per voertuigcategorie. De tarieven worden jaarlijks geïndexeerd.
Voor een transportbedrijf betekent dit dat de kosten straks sterk afhangen van het type wagenpark. Bedrijven met moderne Euro 6-trucks zullen minder betalen, terwijl wie nog veel oudere voertuigen inzet hogere lasten kan verwachten.
Waar gaat het geld naartoe?
De opbrengsten van de vrachtwagenheffing verdwijnen niet zomaar in de schatkist. Een groot deel vloeit terug naar de sector. Dat gebeurt in de vorm van subsidies voor emissievrije vrachtwagens en investeringen in laad- en tankstations. Daarnaast wordt geld gebruikt om innovatie in de logistiek te stimuleren, bijvoorbeeld door projecten die gericht zijn op bundeling van transport en efficiëntere planning.
Zo wordt de heffing niet alleen een kostenpost, maar ook een kans voor bedrijven om hun wagenpark te verduurzamen en klaar te maken voor de toekomst.
Wat betekent dit voor jou?
Voor veel transportbedrijven zullen de kosten omhooggaan, zeker als er nog veel oudere voertuigen rondrijden. Tegelijkertijd biedt de maatregel een prikkel om te investeren in schonere of elektrische vrachtwagens. Ook de manier van werken verandert. Ritplanning en efficiëntie worden belangrijker, want iedere kilometer telt straks letterlijk mee in de kosten. Daarnaast komt er extra administratie kijken bij het gebruik van de OBU’s en de facturatie via toldienstaanbieders.
Hoe kun je je voorbereiden op de vrachtwagenheffing?
Het is verstandig om niet te wachten tot 2026. Analyseer nu al je wagenpark en kijk welke voertuigen binnen de hogere tariefklassen vallen. Maak een plan om geleidelijk te investeren in schonere trucks en informeer naar subsidies zoals de AanZET-regeling. Ook het optimaliseren van ritten en het voorkomen van onnodige kilometers kan straks een flink verschil maken in de kosten. Tot slot is het goed om op tijd contact te zoeken met een toldienstaanbieder voor een OBU, zodat je straks zonder problemen de weg op kunt met je vrachtwagens.
In het kort
De vrachtwagenheffing gaat vanaf 1 juli 2026 in voor alle vrachtwagens boven 3,5 ton. Het Eurovignet verdwijnt, de MRB daalt en voortaan betaal je per kilometer. Hoeveel dat kost hangt af van het gewicht en de uitstoot van je truck: schoon en zuinig loont, terwijl oudere voertuigen duurder uitvallen. De opbrengst vloeit grotendeels terug naar de sector in de vorm van subsidies en investeringen in verduurzaming. Voor transportbedrijven betekent dit hogere kosten, meer aandacht voor efficiëntie en de kans om te profiteren van nieuwe regelingen.
Vanaf 2026 telt elke kilometer – zorg dat je er klaar voor bent.